zondag 20 augustus 2017

Kappertje spelen

Als klein meisje heb ik ooit eens kappertje gespeeld met een vriendinnetje.
Nou ging dat kappertje spelen niet met een plastic nepschaartje maar met een heuse echte grote mensen schaar.
Met als resultaat dat er heuse echte grote plukken haar van mijn weelderige haardos in een pannetje terecht kwamen.
Wat weer als resultaat had dat ik maanden met een erg vreemd kapsel door het leven ben gegaan.
Mijn creatieve moeder wist gelukkig het één en ander te verbloemen met strikjes, speldjes en haarbanden. Zodat het niet zo opviel dat mijn pony toch wel lichtelijk kort en piekerig mijn voorhoofd ( niet meer geheel ) bedekte.
Dat zelf knippen van mijn haar heb ik sindsdien dan ook maar aan professionals overgelaten.
Maar later, toen ik groot was, vond ik dat ik zeer beslist capabel genoeg was om mijn haar zelf te verven.
En meestal lukte dat ook wel.
Je kunt allerlei redenen hebben om dat zelf te doen en niet bij een kapper te laten doen.
Het financiële aspect kan een rol spelen, maar ook dat je geen geduld hebt om zo lang bij de kapper te zitten terwijl je haar in de fundering zit.
Toen het eerste aspect niet zo'n grote rol meer speelde was het vooral de tijd  die mij er toe deed besluiten lekker zelf te verven.
Wat kan er mis gaan? En terwijl je hoofd in besloten kring in de plamuur zit kun je tenminste rustig de afwasmachine uitruimen of een wasje draaien.
Een kind kan de was doen, toch?

Tja, en daarom heb ik ooit eens met een aubergine paars kapsel rondgelopen. Daar kon ik verder niets aan doen. Er zat gewoon een verkeerd flesje in de verpakking en ik heb daar verder niet naar gekeken. Ging ervan uit dat erin zat wat erop stond. ( Sindsdien controleer ik wel of het flesje klopt qua nummer met de verpakking ), Het enige wat je kunt doen bij zoiets is 24 uur onder de douche gaan staan en elke 5 minuten je haar wassen met anti-roosshampoo. Of.......zuchten, de buitenwereld trotseren en wachten tot het uitgegroeid is. Ik heb voor het laatste gekozen.

Begrijpend lezen is ook bij haarverven toch wel cruciaal heb ik gemerkt. Zo had ik eens een nieuw merk haarverf gekocht en omdat ik dacht dat ik ervaring genoeg had niet verder gelezen dan mijn inmiddels weer aangegroeide pony lang was.
Slik...........mijn haar was na afloop pikzwart! Snapte er niets van, totdat ik, naderhand, las dat deze nieuwe verf slecht 10 minuten hoefde in te trekken. Geen wonder dat het na een half uur ietwat donkerder werd dan de bedoeling.

Nou heb voor mezelf een compromis gesloten. De ene keer verf ik mijn haar zelf en de andere keer laat ik het door de kapper doen. Prachtig toch?
Vandaag was het mijn beurt, het verven der haren.
Inmiddels wat wijzer de gebruiksaanwijzing zeer goed doorgenomen. Alle voorbereidingen getroffen. Handdoeken klaar, handschoenen paraat, tijd gecheckt en gaan met die banaan.
Tubetje in flesje, schudden, handdoek over de schouders, handschoenen aan, dopje eraf en smeren maar. Ging als een speer. Wekkertje gezet en met een geplamuurd hoofd wasje gedraaid en vaatwasser leeggehaald. Sachet met naverzorgingsspul alvast in de douche gelegd en toen de wekker ging, hopla, onder de douche en uitspoelen maar.
Zo, lachte ik in mijn vuistje, wie doet me wat.
En ik pakte enthousiast het sachet voor de naverzorging. Slik, hoe krijg ik die nu open? Waar zit het perforatierandje? Niet dus. Je moest dat zakje met een heuse echte grote mensenschaar openknippen. En laat ik nou net niet een schaar bij me hebben onder de douche....
Ik zal jullie de details besparen van mijn barre tocht naar de keukenla voor een heuse echte grote mensenschaar maar uiteindelijk is het toch gelukt het zakje open te krijgen en mijn geverfde haren te verzorgen.
Pffff, ik heb nu weer een professioneel geknipte haardos en ondanks alles een schitterende honingblonde, verzorgde kleur.
De volgende keer neem ik onder de douche mee: een leesbril en een heuse echte grote mensenschaar.








zondag 19 maart 2017

Recyclen.

Sinds enige tijd mogen wij ons de trotse bezitters noemen van container nummer vier.
Naast de containers voor restafval, papier en gft hebben we nu ook eentje met een knaloranje deksel voor plastic.
Tjonge, ik wist niet dat er zoveel plastic gebruikt werd in het huishouden.
Elke maand is die container helemaal vol met plasticafval.
En onze restafvalcontainer, die eerder twee keer per maand geleegd werd en nu nog maar één keer per maand komt meestal niet eens meer voor de helft vol.
Kun je nagaan hoeveel plasticafval een huishouden produceert en dan zijn wij maar met zijn tweeën.
Nou vroeg ik me wel af waar kleinbehuisden of liever gezegd kleinbetuinden al die containers laten.
Als je alleen maar een fietsenschuurtje hebt staat die alleen al vol met die containers en waar laat je dan je fietsen.
Maar goed, daar hebben wij met een royale tuin gelukkig geen last van ook al vind ik die rij containers niet echt mooi.

Nou zat ik laatst eens met mijn moeder te kletsen over dat recyclen en hoe we dat vroeger dan deden met al dat afval.
Ik kan me nog herinneren dat wij gewoon één zinken afvalemmer hadden die één keer per week bij de weg gezet werd.

Eten weggooien was uiteraard uit den boze. Elk restje werd opgewarmd, hergebruikt of opgebakken.
Van oud brood maakte je wentelteefjes of verwerkte je in melk geweekt door het gehakt.
Schillen en groenteafval werden in een emmer bewaard en opgehaald door de schillenboer.
Ik hoor die man nog roepen: schilluh, oude vodduh!
En voordat iets als oud vod eindigde had het al een hele levensloop achter de rug.
Van de nog goede delen van een versleten handdoek werden washandjes gemaakt.
Van oude lakens poetslappen en schoonmaakdoekjes.
Van tafelkleden servetten. En alles uiteraard met een prachtig zoompje afgewerkt.
En als er werkelijk helemaal niets meer van over was belandde zo'n stukje stof in de voddenmand om meegegeven te worden samen met de aardappelschillen aan de voddenman.
Wat die er dan mee deed is mij een raadsel.

Oh ja, en dan hadden we ook nog lege conservenblikken!
Die werden schoongemaakt en daar kon je van alles en nog wat in bewaren.
Schroefjes, boutjes en moertjes en pennen en potloden.
Ook weet ik nog dat als mijn vader Chinees ophaalde hij lege conservenblikken meenam.
Daar kregen we dan de nasi, bami en saté in. Goed verpakt in oude kranten en vervoerd in een eigen tas. Die blikken werden dan op de kachel gezet zodat het eten warm bleef en het was een hele kunst om dan zonder verbrande vingers een bordje eten opgeschept te krijgen.

Melk, vla, frisdrank werd in glazen flessen verkocht die dan schoongemaakt weer werden ingeleverd.
En van die kleurige metalen doppen maakte mijn oma een vliegengordijn.

Mijn moeder en ik werden steeds enthousiaster in het ophalen van herinneringen.
Oude kranten, om de kachel mee aan te maken. ( Letterlijk in dit geval). Oude fietsbinnenbanden in stukjes geknipt als een soort elastieken die je 's winters om je schoenen kon doen om niet uit te glijden. Etc,, etc., etc..........

En opeens keken we elkaar aan en schoten in de lach.

Fijn hè mam, dat wij nu aan het recyclen zijn. Dat deden we vroeger niet.......













zondag 23 oktober 2016

Kerst....

Menigeen zal bij deze titel de wenkbrauwen fronsen.
En denken: heeft dat mens hulp nodig?
Zullen we vast een busje bestellen en een opname regelen?
Niet nodig hoor, ik ken en weet mijn afwijkingen.

Kerst betekent voor mij al jaren meer dan twee dagen onder de Kerstboom zitten.
Voor mij is Kerst een hele periode.
Een periode van warmte, gezelligheid.
Zodra de dagen beginnen te korten begint het bij mij te kriebelen.
Niet dat ik meteen de Kerstboom van zolder ga halen. Dat nog net niet.
Maar de behoefte om binnenshuis wat sfeer en gezelligheid te creëren is daar.
In de vorm van kaarsjes, lampjes, tafereeltjes.
Kacheltje aan, een hapje en een drankje, meer hoeft het niet te zijn.

Eindeloos kan ik genieten als ik voor iets simpels, zoals boterhamzakjes, door de Action zwerf.
Kerstspullen alom!
Het meest geniet ik van al het commentaar.
Ja, het is inderdaad nog niet eens Sinterklaas.
Maar aangezien wij geen Sinterklaas vieren maakt mij dat niets uit.
En het is toch prettig als je een kleine beurs hebt dat je je inkopen wat kunt spreiden?

Nee, laat mij maar gek zijn en in oktober al genieten van al dat Kerstgedoe.

Des te langer kan ik ervan genieten.
Als ik tenminste niet onverhoopt word opgenomen....







zondag 2 oktober 2016

Nazomeren

Ik weet het, je mag vooral niet over het weer klagen.
Je behoort blij te zijn met elk zonnestraaltje.
En vooral niet zemelen dat het (te) warm is.
Het is toch heerlijk als het 30 graden of meer is?
Pfffff, maar wat nou als je daar gewoon niet tegen kunt?


Dat je zo ongeveer op apegapen ligt boven de 25 graden?
Nee, het is heerlijk.

Maar ik zeg het maar eerlijk en dapper, ik ben klaar met de zomer en de nazomer.
Klaar met sla, barbecue en tropische temperaturen.
Tijd voor de herfst en ik geniet daarvan!
Dwarrelende bladeren, wind, eikels en dennenappels, regen, heerlijk!

Binnenshuis maak ik alles herfstklaar.
Kaarsjes, tafereeltjes, stamppotten en stoofschotels.
Lekker vroeg donker, sfeerverlichting, pompoenen en de kachel weer aan.

Spruitjes, boerenkool, rode kool met hachee.

Dag zomer, welkom herfst!




zaterdag 21 mei 2016

Hoe ouder hoe gekker........

Het moge u niet ontgaan zijn dat ik mij zo langzamerhand in mijn tweede muzikale jeugd bevind.
In mijn eerste muzikale jeugd jubelde ik er al vrolijk op los.
Te pas en te onpas uiteraard.
Maar dat te onpas leverde mij van de iets oudere medemens meestal een vriendelijke en begripvolle glimlach op.
Op mijn beurt schonk ik de iets oudere medemens een meewarig glimlachje als die iets raars of geks deed in mijn ogen.
Zo langzamerhand zijn de rollen omgedraaid.
Bij een spontane uitbarsting, een flashmob bijvoorbeeld ( ja, ik ben best met mijn tijd meegegaan ), ben ik nu degene die een vriendelijke en begripvolle glimlach geef.
En als ik eens raar doe, als iets ouder medemens, krijg ik die meewarige glimlach van de jeugd.

Zoals vorige week, in de plaatselijke supermarkt.
Sinds ik "op koor" zit jubel ik er in mijn tweede muzikale jeugd weer lustig op los.
Te pas en te onpas.
Nou is dat te pas niet zo'n probleem.
In de besloten veiligheid van mijn eigen huis hoef ik alleen maar wat oordopjes uit te delen aan mijn huisgenoten.
En als ik in de auto jubel valt het ook wel mee. Ik krijg wel eens wat bevreemde blikken van medeweggebruikers als ze mij inhalen of naast me in de file staan, maar ach, dat is nog steeds in de veilige beslotenheid van mijn eigen auto en niemand die verder wat hoort. Ze zien me alleen maar rare gezichten trekken.
Lastiger wordt het in de supermarkt.
Opeens hoor ik tijdens het winkelen aldoor maar liedjes die wij op het koor zingen.
En ik kan het dan blijkbaar niet laten om gezellig achter mijn winkelwagentje "mijn partij" mee te zingen.
Vorige week hoorde ik opeens tijdens het winkelen :" All about that bass".
Fantastisch! Enthousiast begon ik mee te zingen, even vergetend dat ik me niet in de veilige beslotenheid van huis of auto bevond.
En kreeg ik  opeens wat meewarige blikken van de jeugd waar ik niets van snapte.
Totdat ik door kreeg dat ik swingend achter mijn winkelwagentje nogal hard en te onpas aan het meebrullen was.......
Gelukkig dat ik met twee handen het wagentje moest duwen anders had ik er vast ook nog de bijbehorende dansjes bijgedaan.
Welke blikken ik dan van de jeugd had gekregen weet ik niet!

Misschien moet ik de volgende keer als ik boodschappen ga doen maar een briefje meenemen waarop staat dat ik ongevaarlijk ben, mijn pilletjes heb gehad en dat er geen busje gebeld hoeft te worden.









zaterdag 27 februari 2016

Laatbloeier.

Alhoewel ik als kind in bepaalde opzichten zeer "voorlijk" was volgens mijn moeder, zijn bepaalde talenten pas later tot ontwikkeling gekomen.
Ik kon al heel jong lezen en schrijven. En praten natuurlijk. Ik tetterde de hele dag mijn moeder de oren van het hoofd.
Net zoals water was ook muziek een belangrijk onderdeel in mijn leven. Met een zeer muzikale moeder was dat ook geen wonder.
De radio stond altijd aan, òf er werden platen gedraaid.
En ik blèrde altijd mee.
Verhaaltjes schrijven deed ik ook al zeer jong. Op school was mijn lievelingsvak dan ook taal. Opstellen schrijven vond ik geweldig en had daar hoge cijfers voor.
Als mij dan ook werd gevraagd wat ik later wilde worden antwoordde ik steevast: zangeres en kinderboekenschrijfster.
Schriften vol verhaaltjes en gedichtjes heb ik geschreven als voorbereiding op mijn schrijfsterschap.
En zingen deed ik altijd en overal, vooral onder de douche. Dat galmde zo leuk.
Ja, er was voor mij zeer beslist een grootse carrière weggelegd.
Ook mijn neven, toen nog neefjes, hadden een muzikale toekomst in petto.
Als ik daar logeerde gaven wij schitterende concerten in de huiskamer. Met een zelfgemaakte kartonnen gitaar, een drumstel van lege blikken en een haarborstel als microfoon speelden wij de sterren van de hemel tot groot genoegen van onze ouders.....
Mijn neven spelen trouwens nu allebei in een band.
Maar zoals dat wel vaker gaat in het leven kreeg mijn leven een andere wending.
In plaats van schrijfster en zangeres werd ik eerst maar eens moeder en later ging ik in de catering werken.
Ook leuk hoor! Doe dat nu nog steeds met heel veel plezier.
Een paar maal ben ik  wel gevraagd om in een band te komen zingen maar heb daar toch vanaf gezien.
Dat zingen vond en vind ik wel erg leuk, maar zo'n leven van sex en drugs en rock 'n roll was toch niet helemaal mijn ding.
Ik zong liever maar door onder de douche. Zonder publiek. :-D

Maar nu, op mijn "ouwe" dag ben ik toch nog een beetje mijn talenten aan het ontwikkelen.
Alleen als hobby, een carrière ambieer ik niet meer.
Ik schrijf voor de vuist weg wat blogjes.
En....ik ben sinds kort lid geworden van een popkoor!
Met een 20-tal vrouwen zingen wij prachtige liedjes.
Weliswaar niet onder de douche maar in een oefenlokaaltje.
En ik geniet hiervan, blèr me een ongeluk en deel hier gratis oordopjes uit als ik oefen.
Tot mijn grote schrik hebben we binnenkort ook nog eens een optreden. Dat wordt nog heel veel oefenen, hihi.

Tja, een laatbloeier dus....












woensdag 6 januari 2016

Waterpret.

Wel een beetje bijzonder om over waterpret te schrijven als de ijzel je om de oren vliegt.
Maar ach, dat is tenslotte ook water, ook al is het in bevroren vorm.

Zolang ik me kan herinneren heeft water een onweerstaanbare aantrekkingskracht op me gehad.
Vooral bewegend water. Fonteinen, watervallen, stromende beekjes, ik kon en kan er geen genoeg van krijgen.
Als kind woonden wij in een stadswijk met veel vijvers. Ik was daar niet weg te slaan. Vooral die ene vijver met in het midden een waterspuwende olifant. Daar wilde ik elke dag naartoe.
Het liefst zou ik dwars door de vijver naar die olifant lopen.
Sputterbootje noemde ik het volgens mijn moeder.
Aangezien ik het gevaar van water absoluut niet zag heeft mijn moeder mij al op zeer jonge leeftijd, voor die tijd, op zwemles gedaan.
En zo had ik al op 5-jarige leeftijd zwemdiploma A en B.
Moeder kon met een gerust hart mij naar die sputterbootjesvijver laten gaan zonder in angst te hoeven zitten dat ik zwemdiplomaloos dwars door die vijver naar die olifant zou waden.

Elke vakantie stond in het teken van water. Tenminste zo heb ik dat ervaren.
Stuwmeer, beek, waterval.
Snorkel, zwemvliezen, rubberboot.
Hoe koud het water ook was, ik was, stond, zwom erin.

In de loop der jaren is dat hele puriteinse van hoe koud het water ook is er wel een beetje afgegaan.
Maar nog steeds kan ik stromend water niet weerstaan.

En nu heb ik een fantastisch compromis.
In mijn lekkere warme kamer heb ik een huisfonteintje.
Liever gezegd twee!
Zo kan ik genieten van stromend en bewegend water bij een graadje of 20 zonder ijzel.....