maandag 14 juli 2014

Stoere jongens, ferme knapen.

Twee jaar geleden hebben we voor een prikkie een polyester sloep met trailer op de kop getikt.
Een opknappertje maar daar had Peter geen enkel probleem mee.
Wekenlang werd er geschuurd, geplamuurd en geverfd en het resultaat mag er zijn.
Een mooi bootje is het geworden, met een speciaal voor mij gemaakt bankje voorin, een biminitop en een compleet gerestaureerde trailer die nu letterlijk loopt als een lier.

Als het weer het toelaat, en onze tijd natuurlijk, gaan we graag een stukje varen. We rijden dan naar een klein haventje bij ons in de buurt met een boothelling en kieperen het bootje het water in.
Of liever gezegd ik sta aan de kant, hou een touwtje vast en Peter liert de boot het water in.

Als het hele spul dobbert wordt de buitenboordmotor gestart, klim ik voorin, gooien we de trossen los en varen we het haventje uit.

Het varen laat ik graag aan Peter over. Ik zit wel prinsesheerlijk op mijn bankje voorin, een goed gevulde koelbox en ons schippershondje aan mijn voeten, pet en zonnebril op, lekker genietend en kijkend.
Ik heb het wel geprobeerd hoor, dat varen,  maar ik vergeet telkens weer dat als je rechtsaf wilt, stuurboord in vaktermen, je de stuurboom, of hoe zoiets ook maar heet, links moet duwen.
Nadat we door mijn stuurmanskunsten een keer vast kwamen te zitten heeft Peter het roer weer in eigen handen genomen en heb ik mezelf compleet vrijwillig tot ketelbinkie gepromoveerd.

De rol van bijvaarder bevalt me prima, ik heb genoeg te zien onderweg. Zo nu en dan kom ik in actie bij een sluis, maar ik geniet vooral van alles wat ik onderweg zie.

Ook op het water kom je van alles tegen. Gezinnetjes die voorzichtig varen, badkuipjes met motor, waterfietsen die compleet vast zitten en ferme jongens, stoere knapen met 250 pk motoren die je meewarend kijkend voorbij stuiven en een enorme boeggolf achterlaten waarvan ze hopen dat je er kleddernat van wordt. Gelukkig is Peter een ervaren stuurman en weet precies hoe je de golven moet breken. ( Vergeef me dat ik als landrot hier en daar vast wat zeemanstermen doorelkaar heen smijt ...)

Op de terugweg van één van onze tochtjes kwam ons een boot achterop met een enorme motor. Aan boord twee zeer ferme jongens en behoorlijk stoere knapen. Je kent dat wel, duur merk t-shirt aan, een Ray Ban zonnebril op hun zeer gebruinde neuzen, zo'n lange korte broek, ook van een duur merk, witte sokken en sportschoenen.
Peter nam bij het haventje gas terug, niet dat we erg hard gingen met ons 5 pk-tje, om rustig naar de boothelling te varen zonder boten die in de haven lagen te storen.
De stoere jongens vonden natuurlijk dat ze er nog wel even voorbij konden om zo als eerste bij de helling aan te komen.
Best hoor, wij hadden geen haast en gingen rustig aan de steiger liggen wachten tot het onze beurt was.
Nou zag Peter al aan de manier waarop ze heel ferm en stoer de trailer het water in reden dat ze dit nog niet zo heel erg vaak hadden gedaan.
Tja, en wat doe je dan als ervaren schipper? Je gaat lekker aan de wal staan wachten tot je kunt lachen.
Tuurlijk, de beste stuurlui staan aan wal maar in dit geval was dat ook echt zo.
Er werd gestunteld door de stoere jongens en die ferme knapen kregen met geen mogelijkheid hun boot weer op de trailer.
Na een kwartiertje of zo kon Peter zich niet langer beheersen en vroeg heel tactvol of ze vaak met hun boot op pad waren.
Nee, was het antwoord, dit is de eerste keer.
Zonder een spier te vertrekken, knap hoor want ik lag ondertussen al in een deuk, bood Peter wat hulp aan.
Ondertussen waren hun hoofden niet meer bruin maar knalrood aangelopen en aangezien Peter wel wat spierballen in zijn merkloze t-shirt heeft werd de hulp dankbaar aanvaard.
Boot weer los, lierband uit de knoop, trailer meer in het midden, drie flinke zwaaien van Peter aan de lier en de boot zat op de trailer.
Nog even wat stoere zeemanspraat en na een hartelijk bedankje vertrokken de ferme knapen met hun boot richting huis.
En konden wij eindelijk ons bootje uit het water hijsen wat in nog geen 5 minuten bekeken was.

De hele terugweg naar huis keken we elkaar om de paar minuten aan en lagen we weer in een deuk om die stoere jongens en ferme knapen.

En wat eet je dan na zo'n zeemansavontuur?

Captain's Dinner natuurlijk!