Sinds enige tijd mogen wij ons de trotse bezitters noemen van container nummer vier.
Naast de containers voor restafval, papier en gft hebben we nu ook eentje met een knaloranje deksel voor plastic.
Tjonge, ik wist niet dat er zoveel plastic gebruikt werd in het huishouden.
Elke maand is die container helemaal vol met plasticafval.
En onze restafvalcontainer, die eerder twee keer per maand geleegd werd en nu nog maar één keer per maand komt meestal niet eens meer voor de helft vol.
Kun je nagaan hoeveel plasticafval een huishouden produceert en dan zijn wij maar met zijn tweeën.
Nou vroeg ik me wel af waar kleinbehuisden of liever gezegd kleinbetuinden al die containers laten.
Als je alleen maar een fietsenschuurtje hebt staat die alleen al vol met die containers en waar laat je dan je fietsen.
Maar goed, daar hebben wij met een royale tuin gelukkig geen last van ook al vind ik die rij containers niet echt mooi.
Nou zat ik laatst eens met mijn moeder te kletsen over dat recyclen en hoe we dat vroeger dan deden met al dat afval.
Ik kan me nog herinneren dat wij gewoon één zinken afvalemmer hadden die één keer per week bij de weg gezet werd.
Eten weggooien was uiteraard uit den boze. Elk restje werd opgewarmd, hergebruikt of opgebakken.
Van oud brood maakte je wentelteefjes of verwerkte je in melk geweekt door het gehakt.
Schillen en groenteafval werden in een emmer bewaard en opgehaald door de schillenboer.
Ik hoor die man nog roepen: schilluh, oude vodduh!
En voordat iets als oud vod eindigde had het al een hele levensloop achter de rug.
Van de nog goede delen van een versleten handdoek werden washandjes gemaakt.
Van oude lakens poetslappen en schoonmaakdoekjes.
Van tafelkleden servetten. En alles uiteraard met een prachtig zoompje afgewerkt.
En als er werkelijk helemaal niets meer van over was belandde zo'n stukje stof in de voddenmand om meegegeven te worden samen met de aardappelschillen aan de voddenman.
Wat die er dan mee deed is mij een raadsel.
Oh ja, en dan hadden we ook nog lege conservenblikken!
Die werden schoongemaakt en daar kon je van alles en nog wat in bewaren.
Schroefjes, boutjes en moertjes en pennen en potloden.
Ook weet ik nog dat als mijn vader Chinees ophaalde hij lege conservenblikken meenam.
Daar kregen we dan de nasi, bami en saté in. Goed verpakt in oude kranten en vervoerd in een eigen tas. Die blikken werden dan op de kachel gezet zodat het eten warm bleef en het was een hele kunst om dan zonder verbrande vingers een bordje eten opgeschept te krijgen.
Melk, vla, frisdrank werd in glazen flessen verkocht die dan schoongemaakt weer werden ingeleverd.
En van die kleurige metalen doppen maakte mijn oma een vliegengordijn.
Mijn moeder en ik werden steeds enthousiaster in het ophalen van herinneringen.
Oude kranten, om de kachel mee aan te maken. ( Letterlijk in dit geval). Oude fietsbinnenbanden in stukjes geknipt als een soort elastieken die je 's winters om je schoenen kon doen om niet uit te glijden. Etc,, etc., etc..........
En opeens keken we elkaar aan en schoten in de lach.
Fijn hè mam, dat wij nu aan het recyclen zijn. Dat deden we vroeger niet.......